De geschiedenis van doelgerichte infusie
Doelgecontroleerde infusie (TCI) is een techniek voor het infuseren van IV-geneesmiddelen om een door de gebruiker gedefinieerde voorspelde (“doel”) geneesmiddelconcentratie in een specifiek lichaamscompartiment of weefsel van belang te bereiken. In deze review beschrijven we de farmacokinetische principes van TCI, de ontwikkeling van TCI-systemen en technische en regelgevende kwesties die aan bod komen bij de ontwikkeling van prototypen. Ook beschrijven we de lancering van de huidige klinisch beschikbare systemen.
Het doel van elke vorm van medicijntoediening is het bereiken en behouden van een therapeutisch tijdsverloop van het medicijneffect, terwijl bijwerkingen worden vermeden. IV-medicijnen worden meestal gegeven volgens standaard doseringsrichtlijnen. Meestal is de enige patiëntcovariabele die in een dosis wordt opgenomen een maatstaf voor de patiëntgrootte, meestal het gewicht voor IV-anesthetica. Patiëntkenmerken zoals leeftijd, geslacht of creatinineklaring worden vaak niet meegenomen vanwege de complexe wiskundige relatie tussen deze covariabelen en de dosis. Historisch gezien zijn er twee methoden geweest voor het toedienen van IV-geneesmiddelen tijdens anesthesie: bolusdosis en continue infusie. Bolusdoses worden doorgaans toegediend met een handspuit. Infusies worden doorgaans toegediend met een infuuspomp.
Elk anestheticum hoopt zich op in het weefsel tijdens de toediening van het medicijn. Deze accumulatie vertroebelt de relatie tussen de door de arts ingestelde infusiesnelheid en de geneesmiddelconcentratie bij de patiënt. Een propofol-infusiesnelheid van 100 μg/kg/min wordt geassocieerd met een bijna wakkere patiënt 3 minuten na het infuus en een sterk verdoofde of slapende patiënt 2 uur later. Door goed begrepen farmacokinetische (PK) principes te gebruiken, kunnen computers berekenen hoeveel geneesmiddel zich tijdens infusies in de weefsels heeft opgehoopt en kunnen ze de infusiesnelheid aanpassen om een stabiele concentratie in het plasma of het betreffende weefsel, meestal de hersenen, te handhaven. De computer kan het beste model uit de literatuur gebruiken, omdat de wiskundige complexiteit van het incorporeren van patiëntkenmerken (gewicht, lengte, leeftijd, geslacht en aanvullende biomarkers) voor de computer triviale berekeningen zijn.1,2 Dit is de basis van een derde type toediening van anesthesiemedicijnen, doelgerichte infusies (TCI). Bij TCI-systemen voert de arts een gewenste doelconcentratie in. De computer berekent de hoeveelheid geneesmiddel, toegediend als bolussen en infusies, die nodig is om de doelconcentratie te bereiken en stuurt een infusiepomp aan om de berekende bolus of infusie toe te dienen. De computer berekent voortdurend hoeveel medicijn er in het weefsel zit en hoe dat precies de hoeveelheid medicijn beïnvloedt die nodig is om de doelconcentratie te bereiken, door gebruik te maken van een model van de PK's van het geselecteerde medicijn en de covariaten van de patiënt.
Tijdens de operatie kan het niveau van de chirurgische stimulatie zeer snel veranderen, waardoor een precieze, snelle titratie van het geneesmiddeleffect nodig is. Conventionele infusies kunnen de geneesmiddelconcentraties niet snel genoeg verhogen om abrupte verhogingen van de stimulatie te verklaren, of de concentraties niet snel genoeg verlagen om rekening te houden met perioden van lage stimulatie. Conventionele infusies kunnen zelfs geen stabiele geneesmiddelconcentraties in het plasma of de hersenen handhaven tijdens perioden van constante stimulatie. Door PK-modellen te integreren, kunnen TCI-systemen de respons snel titreren als dat nodig is en op vergelijkbare wijze stabiele concentraties handhaven wanneer dat nodig is. Het potentiële voordeel voor artsen is de preciezere titratie van het effect van verdovingsmiddelen.3
In dit overzicht beschrijven we de PK-principes van TCI, de ontwikkeling van TCI-systemen en technische en regelgevende kwesties die aan bod komen bij de ontwikkeling van prototypen. Twee begeleidende overzichtsartikelen behandelen de mondiale gebruiks- en veiligheidskwesties in verband met deze technologie.4,5
Naarmate de TCI-systemen evolueerden, kozen onderzoekers eigenzinnige termen voor de methodologie. TCI-systemen worden ook wel computerondersteunde totale IV-anesthesie (CATIA),6 titratie van IV-middelen door de computer (TIAC),7 computerondersteunde continue infusie (CACI),8 en computergestuurde infusiepomp genoemd.9 Op aanraden van een suggestie door Iain Glen gebruikten White en Kenny de term TCI in hun publicaties van na 1992. In 1997 werd onder de actieve onderzoekers consensus bereikt dat de term TCI zou worden aangenomen als de generieke beschrijving van de technologie.10
Posttijd: 04-nov-2023